Performance Behaviour - Neil Webers samenvatting
In het kader van colleges
Prestatiemanagement die ik verzorg heb ik onlangs het boek ‘Performance
Behaviour’ gelezen van Neil Weber. Het gaat dus over prestatiegedrag/ performance
behaviour. Performance behaviour is een methode die een directe relatie legt
tussen het gewenste resultaat en het gedrag dat nodig is om dat resultaat te
behalen, aldus Weber. Gedrag is het totaal aan waarneembare en
niet-waarneembare handelingen van een persoon, een groep personen of een heel
bedrijf. Prestatie is het resultaat van alle inspanningen. Prestatiegedrag
houdt in dat er een meetbare relatie is gelegd tussen het resultaat en het
daarvoor benodigde gedrag.
Prestatiegedrag-model
Als je in staat bent om gedrag te verklaren, kun je ook de factoren die het gedrag tot stand brengen, beter benoemen. Hoe beter je gedrag kunt benoemen, hoe beter je het kunt voorspellen. De voorspelbaarheid van gedrag heeft ook een directe relatie met het resultaat: hoe voorspelbaarder het gedrag, hoe voorspelbaarder het resultaat van dat gedrag. Ook resultaten van een organisatie wil je zo voorspelbaar mogelijk maken. Aangezien de resultaten voor een belangrijk deel worden beïnvloed door de mensen die er werken, is het voorspelbaar maken van het gedrag dat die mensen vertonen een belangrijke factor in het voorspelbaar maken van de bedrijfsresultaten.
Als je in staat bent om gedrag te verklaren, kun je ook de factoren die het gedrag tot stand brengen, beter benoemen. Hoe beter je gedrag kunt benoemen, hoe beter je het kunt voorspellen. De voorspelbaarheid van gedrag heeft ook een directe relatie met het resultaat: hoe voorspelbaarder het gedrag, hoe voorspelbaarder het resultaat van dat gedrag. Ook resultaten van een organisatie wil je zo voorspelbaar mogelijk maken. Aangezien de resultaten voor een belangrijk deel worden beïnvloed door de mensen die er werken, is het voorspelbaar maken van het gedrag dat die mensen vertonen een belangrijke factor in het voorspelbaar maken van de bedrijfsresultaten.
De prestatie van de
organisatie is dus een optelsom van gewenste en ongewenste resultaten, die tot
stand komen door inspanningen van mensen en het beschikbaar stellen van middelen. In Performance Behaviour
tracht Neil Webers middels o.a. het hier naast staande model, wat altijd een
vereenvoudiging van de werkelijkheid is (en net als vele managementmodellen niet wetenschappelijk gevalideerd), te laten zien hoe je eigenaarschap en
verantwoordelijkheid bij mensen kunt creëren, waardoor elk individu bereid en
in staat is om zijn eigen prestatie te meten en continu te verbeteren.
Voorbeeld Prestatiegedrag
Een voorbeeld van prestatiegedrag wordt door Neil Webers gegeven door Sven Kramer “aan te halen”. Prestatiegedrag houdt in dat er een meetbare relatie is gelegd tussen het resultaat en het daarvoor benodigde gedrag. De Fries beantwoorde de volgende vraag voor aanvang van de 5 kilometer race op de Olympische spelen van 2010 als volgt. “Waarom heb je een grote kans om olympisch kampioen te worden?” “Omdat ik alle factoren om de beste tijd neer te zetten onder controle heb:
Een voorbeeld van prestatiegedrag wordt door Neil Webers gegeven door Sven Kramer “aan te halen”. Prestatiegedrag houdt in dat er een meetbare relatie is gelegd tussen het resultaat en het daarvoor benodigde gedrag. De Fries beantwoorde de volgende vraag voor aanvang van de 5 kilometer race op de Olympische spelen van 2010 als volgt. “Waarom heb je een grote kans om olympisch kampioen te worden?” “Omdat ik alle factoren om de beste tijd neer te zetten onder controle heb:
•
starttechniek
•
de rondetijden
•
de opbouw van de race
•
de techniek”
Sven Kramer heeft de
totaalprestatie opgedeeld in alle door hem beïnvloedbare onderdelen. Het
behalen van de prestatie hangt samen met het gedrag waardoor de prestatie tot
stand komt. Als we de prestatie willen beïnvloeden dan zullen we dus zowel de
prestatie als het gedrag waarmee de prestatie tot stand komt op het juiste
niveau moeten specificeren. Dat is noodzakelijk om tot prestatiegedrag te
komen. Dat er ook factoren van invloed zijn op de prestatie waar Sven geen
invloed op kon uitoefenen (de context) werd pijnlijk duidelijk op de 10 kilometer race.
Sven was duidelijk de beste 10
km rijder maar kreeg geen “loon naar werken” omdat zijn
coach Gerard Kemkers hem de verkeerde baan instuurde. In de sport is zo
pijnlijk duidelijk dat prestatiebeloning niet eerlijk is.
Factoren prestatiegedrag
Ik heb dat model van Neil
Webers daarom uitgebreid met de factoren ‘toeval’ en ‘externe factoren’. Ook
die hebben vaak invloed op het resultaat. Ik zal de factoren uit het model
hieronder toelichten.
Het gedrag wordt bepaald
door wie iemand is. Dna, persoonlijkheid, intelligentie, ervaringen: ons
gedragsprofiel is al bij geboorte, of kort daarna, vastgelegd. We hebben een
natuurlijke neiging om in bepaalde situaties vooraf bepaald gedrag te vertonen.
Wel kunnen we leren om met de kwaliteiten en valkuilen van ons gedragsprofiel
om te gaan). Gedrag wordt ook beinvloed door sociale factoren (de situatie, de mensen in de situatie thuis-werk),
door hoe men zich voelt (fit-ziek), door culturele en geografische factoren
(iemand met Italiaanse wortels zal over andere waarden beschikken dan iemand
uit Fryslân) en spirituele factoren zoals geloof en religie.
Mentale representatie
Mentale representatie:
iedereen verwerkt in zijn hoofd de informatie die hij binnenkrijgt op basis van
zijn eigen mentale representaties. Op basis van zeer persoonlijke hantering van de zintuigen wordt de informatie via denkprocessen, al dan niet op basis van onze ervaringen, opleiding, opvoeding etc, geselecteerd, bewerkt, geordend, opgeslagen en weer opgeroepen. Alle informatie die een persoon ontvangt, wordt georganiseerd en geordend in schema's of patronen. Die schema's of patronen beinvloeden de manier waarop wij nieuwe informatie opnemen en beinvloeden ook onze waarneming van de werkelijkheid. Iedereen heeft zijn eigen persoonelijke geschiedenis en daarmee dus weer zijn eigen manier van waarnemen. We spreken dan ook wel van paradigma's. Waarnemen is dus een selectief proces: op grond van onze interpretatie van de situatie vertonen we een bepaald gedrag, niet op grond van de situatie zelf. En vervolgens maak je bewust en onbewust keuzes, die voor
een deel waarneembaar zijn en voor een deel niet-waarneembaar zijn voor
anderen. Die informatieverwerking staat dus niet op zichzelf. Ze wordt beïnvloed
door collega’s, ervaringen, leidinggevenden, instructieborden, krant,
televisie, internet etc. Een bekend voorbeeld van mentale representatie is onderstaand figuur. Wat ziet u? De oude of jonge vrouw?
En wat ziet u in de fles hieronder?
Viespeuk! En normaal mens ziet namelijk negen dolfijnen in de fles! Mentale representatie heeft dus invloed op wat je ziet in een situatie, hoe je informatie verwerkt en dus heeft het impact op het gedrag.
Prestatiegedrag stimuleren
Om prestatiegedrag in de organisatie te stimuleren moet volgens Neil Webers het volgende georganiseerd worden:
Viespeuk! En normaal mens ziet namelijk negen dolfijnen in de fles! Mentale representatie heeft dus invloed op wat je ziet in een situatie, hoe je informatie verwerkt en dus heeft het impact op het gedrag.
Prestatiegedrag stimuleren
Om prestatiegedrag in de organisatie te stimuleren moet volgens Neil Webers het volgende georganiseerd worden:
1.
Het concreet
maken van de prestatie en het gedrag:
a.
Missie,
hoofddoelen, doelstellingen, prestatie indicatoren moeten concreet worden
geformuleerd en doorvertaald worden van top naar vloer.
Organisatiedoelstellingen vertalen via afdelingsdoelstellingen naar
doelstellingen per medewerker.
b.
Vaststellen
met welk gedrag je organisatiedoelstellingen wilt bereiken:
i.
De waarden van
de organisatie. Doelen van de organisatie kunnen periodiek veranderen, waarden
niet. Als er geen gedeelde waarden zijn in een organisatie, kan het
omstandereffect optreden. Verantwoordelijkheid deelt zich dan door het aantal
aanwezige personen.
ii.
De standaarden
van de organisatie: processtandaarden, procedures, protocollen, werkinstructies
2.
Een systeem
van verantwoording over prestatieresultaten opzetten, zodat analyse en sturing
op prestatie indicatoren kan plaatsvinden
3.
Het bevestigen
van gewenste prestaties en gedrag en het bijsturen van ongewenste prestaties en
gedrag: de PLAN-DO-CHECK-ACT cirkel van Deming doorlopen dus!
Een en ander wordt
vervolgens door Neil Webers in diverse hoofdstukken verder en gedetailleerder
uitgewerkt. Hier en daar wordt het wel erg technisch/ systematisch en komt de
mens + gedrag wat minder aan bod. Hierbij worden veel modellen/ methoden vanuit
Lean Six Sigma gebruikt, zoals het PICK schema, het spreidingsdiagram, paretodiagram,
SIPOC, Valuestream mapping etc. Voor een deel “oude wijn in nieuwe zakken”.
Sommige modellen worden vervolgens in het boek gecombineerd en uitgebreid waardoor de
modellen en stappenplannen zo complex worden dat het niet echt meer “een
vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid” betreft. Kortom, dan ben je wel
even bezig aan het bestuderen hoe het model in elkaar zit, terwijl het model
juist een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid moet zijn zodat je
begrijpt hoe die complexe werkelijkheid hanteerbaar gemaakt kan worden! Tevens
komt in Performance Behaviour het veranderen binnen organisaties aan bod:
weerstand, veranderfasen, stappen van Kotter etc. En er staan in die
vervolghoofdstukken wel enkele leuke voorbeelden over prestatiemanagement en
prestatiegedrag die je op ideeën kunnen brengen! Zeker de moeite waard indien
je in je organisatie Lean Six Sigma of andere prestatieverbeteringen aan het
implementeren bent. En ook interessant voor MBA-studenten en POST-HBO
bedrijfskunde studenten die zich verder willen verdiepen in Prestatiemanagement.
Meer weten?
Wilt u meer weten over
Prestatiemanagement, Prestatiegedrag of Lean Six Sigma? Bericht2enAbel@hotmail.com
Reacties
Ik denk dat in de wereld waar planning en organisatie regeert, de blauwe wereld volgens Leon de Caluwe, deze aanpak met open armen ontvangen wordt. Je moet er dus als het ware in geloven.